Het oog van de storm
Ik nam eindelijk ieders advies om 'het los te laten' ter harte maar raakte hopeloos verstrikt in m'n eigen web.
Het is dinsdagochtend, half tien. Samen met mijn geliefde - ik realiseerde me pas onlangs dat ik hem consequent wederhelft noem en hoe ongezellig dat klinkt - wandel ik langs een loodgrijs wad. We ploegen meer, eigenlijk. Het is koud, het waait hard. Ik wil praten maar de straffe oostenwind heeft mijn wangen gevoelloos en mijn mond stijf gemaakt. Ik weet geloof ik ook niet zo goed wat ik moet zeggen. Of misschien vooral niet goed hoe. Waar begin je als je niet goed weet wanneer het begonnen is? Misschien bij wat ik wel weet.
‘Lieverd, ik denk dat we onze kinderwens moeten pauzeren.’