‘Zo, en dan gaan we nu weer leven.’ Ik twijfel even of ik de woorden hardop gezegd heb, zo luid en duidelijk weerklinken ze in m’n hoofd. Ik kijk m’n geliefde aan, hij knikt.
We hebben er niet lang over gesproken, ik denk dat we het allebei al wisten toen we nog niet zo lang geleden met uitzicht op een overvolle speeltuin vol uitgelaten kinderen in de rij stonden voor één van de beste kanelbullens van ons leven. Dat zagen we als een teken: de beste kanelbullens van je leven liggen heus niet overal voor het oprapen. Het was tijd om de koe bij de horens te vatten, te doen wat we al bijna twee jaar niet meer echt durfden. Tijd voor actie.
Iemand zei een keer tegen me in een interview: ‘Het was óf een baby, of een huis verbouwen.’ Ik vond dat toen een beetje gek, alsof het inwisselbare projecten van gelijke grootte zijn. Inmiddels, zoals met zoveel kinderwens-gerelateerde uitspraken, snap ik dat beter. Voor je mentale gesteldheid is het op een gegeven moment ook goed om je weer eens even lekker op een andere levensveranderende gebeurtenis te fixeren. Zeker als je iemand bent die graag zoveel mogelijk zijsporen bewandelt en dus regelmatig gas op de lolly des levensomwentelingen wil.
Klik. Het mailtje waarin we zojuist blind een bod van €81.453,15 op een klein rood huis in Zweden hebben gedaan zweeft de ether in. Ik schreeuw: ‘YOLO!’
Zijn we er klaar voor? Zijn we klaar?